Paddenstoelentijd, ik kan er erg van genieten. Als het schimmeltijd zou heten zou me dat denk ik minder aanspreken. Feitelijk is het hetzelfde. Pas recent realiseerde ik me dat de mooie paddenstoel boven de grond slechts de vrucht is van alle schimmels en schimmeldraden ondergronds die allerlei zaken en kwesties met elkaar verbinden. Toch kijk ik alleen maar naar de bovengrondse verschijning, zonder daar al te diep over na te denken.
De laatste tijd doe ik dat wat meer. Dat komt, ik lees al meer dan een jaar een boek van Jeremy Lent ‘The web of meaning’. Ik doe er zo lang over omdat ik een snelle lezer ben. Echt. En dit boek moet je niet snel lezen. Bovendien duurt het lang omdat ik elke keer heel lang moet nadenken, ofwel omdat ik net niet helemaal begrijp wat ik las, ofwel omdat ik er zoveel draadjes in lees, dat ik er even op wil kauwen. De subtitel van het boek is ‘integrating science and traditional wisdom to find our place in the universe’ en dat dekt precies de lading.
Van Taoïsme tot biologen, van Darwin tot Hobbes, en van een heleboel wetenschappers waar ik nog nooit van gehoord had tot andere wijsgeren die ik ook niet kende, het wordt allemaal met elkaar in verband gebracht. En het troost. Het biedt hoop. Ik weet niet of ik op zoek ben naar mijn plek in het universum, want die lijkt me bijzonder onbeduidend, maar ik ben wel op zoek naar de toekomst ervan. Beslist zoek ik hoop en troost, bij voorkeur met een stevig fundament. Hoe moet het allemaal als er steeds meer van ons komen die soms ook steeds meer willen? Je zou zeggen: het is logisch dat het niet past. Verdrietig worden is geen optie, maar gewoon maar doorgaan, dat kan ik zeker niet. Dus wat dan? Zoeken naar hoop, al is dat de tegenpool van angst. Het lijkt me de goede tegenpool. En beiden vermijden, zoals ik ooit leerde van een oude filosoof, dat gaat me in dit leven niet lukken, dus dat doe ik dan de volgende keer. De keus uit beiden is eenvoudig.
Wat me troost in het boek is dat alles verbinding is. De hele natuur bestaat uit verbinding. Ondergronds, bovengronds, zonder aanraking, met aanraking, beweging via water, lucht en aarde. Iets wat wij mensen nogal eens missen de laatste decennia is mijn gevoel. Wij zijn juist erg onthecht. Weliswaar digitaal verbonden, maar de afstand tussen mensen is wel meer dan anderhalve meter. Bieden we niet tegen elkaar op, in plaats van met elkaar mee? Steunen we elkaar niet te weinig, buiten onze eigen cel?
Steeds vaker staan groepen tegenover elkaar, in plaats van naast elkaar. Voorstelbaar, maar ook weer niet, want bewezen niet succesvol. Maar als er dan een verbindend lijden is, zijn we direct samen. Zoals bij het Engelse volk dat massale rouw toonde bij het overlijden van hun koningin nog bleek.
En wat me ook troost is dat het antwoord niet ligt in afsluiting, maar juist in interactie. Zo doet de natuur dat ook en die is hier al veel langer dan wij. In alle interactie die plantjes, beestjes, bacteriën en weet ik veel allemaal hebben, leren ze van elkaar en passen ze hun dna aan. Ze denken niet na of het een schimmel of een plant is, of het ding van ver komt of dichtbij, ze kijken naar wat het brengt en hoe dat de rest kan versterken. Zoals in mijn vorige blog: ze zijn voor en niet tegen. en daarmee wordt de balans hersteld.
Heel heilzaam om te lezen. Is er minder water voorhanden? Dan ga je langere wortels maken en je gaat bij voorkeur naast plantjes staan die ook water vasthouden. Als het meezit brengen ze ook nog wat eten aan jou. Wordt het warmer? Dan maak je je bladeren dikker. Je DNA aanpassen, dat moeten wij ook doen. Maar voor dat kan, moet er eerst geleden worden waardoor we genoodzaakt worden dat te doen. Dat is dan beslist het moeilijke stukje. Want zoals het nu gaat, wordt de ene groep harder gedwongen dan de ander. En precies dat, dat maakt me wel verdrietig. Maar ik heb het nog niet uit, dus ik hoop dat het antwoord daarop dan nog volgt. Misschien moet ik toch wat sneller lezen.
Ontdek meer van Pamela Guldie
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.