Schrijven is een lang proces. Nooit zo bewust geweten. Een brief is huppakee van hier naar daar en nog iets er tussen. Bij mij dan. Soms denk ik er dieper over na, maar het allerliefst schrijf ik gewoon voor me uit zonder dat ik de bestemming ken.
Het allerbest gaat dat op reis. Verandering van omgeving maakt nu eenmaal dat ik bewuster kijk. Ik observeer sowieso graag, maar dan heb ik er een dagtaak aan. Dat dan opschrijven is een vreugdevol proces. Deze week reisde ik alleen door de tijd. Precies zo. Alleen en door de tijd. Een aaneenschakeling van Grote Gebeurtenissen omdat de Verzelfstandiging van ons broedsel in volle gang is. Eén vliegt er uit, De Ander werd soort van volwassen. Al zoek ik nog naar het juiste criterium. En wat is dan mijn rol geworden?
Dus ik reisde door de tijd. Hoe kan het dat het gisteren niet gisteren was, maar blijkbaar twintig jaar geleden? En wat zegt dat eigenlijk over morgen? Het zijn clichés, ik weet het. Maar die zijn vaak soort van waar, hè? In ieder geval zijn ze waar voor heel veel mensen, soms hoor je daar bij en soms niet. Ik hoor nu weer bij nieuwe clichés, maar ik weet nog niet wat ik erbij voel.
Het is een stukje korter geworden, mijn leven. Er staan meer vinkjes in. Ik geloof niet dat het er zeven zijn. De zes heb ik al nooit gehaald. Tegelijkertijd is het heerlijk te bedenken dat ik er steeds meer toe kan voegen naar mate ik ouder word. Misschien is dat waarom ik van oude mensen houd. Ze stikken van de vinkjes en weten tenminste ook wat een winterkoninkje is, zonder dat ze vogelaar zijn en dat op Facebook zetten.
Mogelijk is dat mijn grootste zorg over ons broedsel. Hoe moet je leven in deze tijd waarin er geen leven puur binnenin jezelf meer mogelijk is, zonder dat je ook buiten bent en dat voortdurend met selfies en mediamomenten laat weten? Hoe bèn je, zonder dat je voortdurend gezien moet worden? Of kun je dan niet zijn? Wie het weet, mag het zeggen.
Ontdek meer van Pamela Guldie
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.