Van oudsher heb ik niet zo’n grote liefde voor januari en met mij velen. Na de maand vol feestdagen, afleiding en ontmoetingen volgt dan ineens de stille saaiheid van januari waarin dan feitelijk bijzonder weinig gebeurt. Het is een maand van wachten, terwijl de bodem druk is, maar je ziet het niet.
Het is nog geen lente, de dagen zijn nog kort, koud en donker. De dagen lengen en ook dit zie je meestal niet. De echte kou moet vaak nog komen terwijl ik doorgaans al klaar ben voor de lente. Het is niet voor niets dat blue monday een januari-maandag is, overigens dit jaar pas op 20 januari.
Je zou maar januari zijn en niemand houdt van je. Iedereen kan niet wachten tot je voorbij bent, er is niemand die van je geniet. Je zou er depressief van worden. Zo voltrekt zich mogelijk de cirkel.
Zelf had en heb ik moeite om 2024 los te laten. Terwijl het het verdrietigste jaar van mijn leven is. Je zou denken, ‘dan wil je er graag vanaf’, maar het tegendeel bleek waar. Ik voelde dat pas toen het bijna zover was, 30 of 31 december, ik weet het niet precies. Tot die tijd had ik uitgekeken naar januari, voor het eerst in mijn leven. Eindelijk een nieuw jaar, dacht ik.
Maar er gebeurde iets anders. Niet eerder heb ik zo bewust teruggeblikt, gezocht naar de goede dingen, gekoesterd wat er ‘voor’ maar toch ook ‘na’ was. Rouw maakt dat je meer voelt. Doorgaans is het gevoel dat ik liever wegduw dan doorsta, maar -zo weet ik nu- je voelt slechts dát wat je kunt verwerken. De rest wacht achter een wandpaneel van verdoving tot een passend moment. Daarom duurt het misschien heel lang als het groot is, er zijn erg veel panelen. Sommige dagen denk ik dat het ergste leed geleden is, tot ik de dag erna voel dat er een nieuw paneel is open gegaan, met uitzicht op een geweldig herinneringslandschap.
Dus afgelopen weken keek ik ook graag naar de zee, of ik luisterde naar haar. Niet zelden is ze in de tuin hier te horen als een ruis die ik in het begin verwarde met verkeersgeluid. Geestig eigenlijk. Je hoort het pas als je goed luistert. Geruststellend is het, heen en weer, anders dan stroming, die komt voorbij. Daar zijn het steeds nieuwe waterdeeltjes die zich in een rivier aan je voorbijtrekken. Maar de zee gaat heen en weer, komt en gaat, schuurt en veegt, neemt mee en brengt, de zee blijft, in plaats van te vertrekken. De koude wind, een uitgelaten viervoeter, de zee en ik, samen met overigens zeer veel andere zielen, het is een prettig samenzijn.
Vanmorgen scheen zelfs de zon. De kou in de ochtend maakte dat ik dat even vergat, maar er was licht. Januari verdient beter dan nèt niet. Januari is wat je niet ziet, maar wat er wel is.
Ontdek meer van Pamela Guldie
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.
Mooie blog! Mooie vondst ook: “een wandpaneel van verdoving”.
❤️