Bibliotheken

Fuji-san, vanuit Hakone 2014

Toen ik lang geleden op een ochtend wakker werd, wist ik het ineens zeker: ik ga Japanse taal en cultuur studeren. Ik dacht toen echt dat ik dat zelf had bedacht. In zekere zin was dat waar. Niemand had mij dat gezegd, in ieder geval niet zoals ik me dat herinner, maar er waren wel allerlei vingerwijzingen van het lot. Ik was eerder van plan geweest om rechten te gaan studeren. Alleen deed iedereen dat die niet wist wat hij/ zij wilde. Ik wilde weten wat ik wilde, maar ik had met mijn achttien jaren natuurlijk geen benul. Maar ik hield van talen. Ontzettend van Latijn met alle prachtige verhalen. Ik hield ervan om te puzzelen, wat er bedoeld zou zijn in die mooie bruuske zinnen met vervoegingen. En als ik de vertaling helemaal verkeerd had bedacht, dan bracht dat soms wel een ontzettend mooie gedachte of zin, die ik anders niet bedacht had.

Maar Latijn was een dode taal. Springlevend voor mij, maar niet meer actief in gebruik behalve onder wetenschappers. Het zou onherroepelijk leiden tot een plek als docent of wetenschapper. Voor de klas leek me iets voor later, en voor wetenschapper vond ik mezelf veel te ongeduldig. Dat laatste is nog steeds waar, trouwens.

De puzzel bleek nog veel moeilijker als het schrift afweek. In die tijd was de Teleac cursus (hoe lang is dat geleden!!) ‘ni hao’ op televisie. Van dichtbij zag ik fascinatie om mee heen ontstaan voor Chinese karakters, zowel in schrift als persoon. Maar het was de film ‘merry christmas mr lawrence’ die denk ik de omslag betekende. Tijdens de les Latijn, jawel, werd ik gegrepen door die film en ontstonden er in mijn hoofd en hart vragen over die cultuur en taal. Dus zonder enig idee te hebben waar ik nu eigenlijk precies aan begon, was de keuze gemaakt.

Pas later na mijn jaar in Japan, doemde die studie Rechten weer op, omdat ik me realiseerde dat ik toch niet puur tolk of vertaler wilde worden. Overigens heb ik wel met veel plezier vertaald en doe ik dat nog steeds wel eens. Die puzzels maak ik nog steeds graag. Beide studies vormen een waardevolle aanvulling op elkaar. Ik heb wel eens gedacht dat Japans voor mijn hart stond, en Rechten voor mijn hoofd, maar ik kan inmiddels volmondig zeggen dat mijn hart groot genoeg is voor beiden en in mijn hoofd loopt sowieso alles door elkaar dus dat past prima.

In Japan leerde ik mijn eigen normen en waarden te parkeren en die van anderen voor te laten gaan. In geval van botsing levert dat mooie vraagstukken op. Daar kan ik nog een boek over schrijven en dat ga ik dus ook doen. Ik lees hierdoor graag Japanse schrijvers (gewoon vertaald hoor anders duurt het veel te lang). Niet alleen Murakami. Dat las ik trouwens tijdens mijn studie juist niet, omdat iedereen riep dat dat zo prachtig was. Ik kan het heel ingewikkeld vinden dat iedereen dezelfde kant op kijkt, terwijl er de andere kant ook zoveel moois te zien is. Dus dan doe ik graag iets anders.

Hoe dan ook, zo lees ik nu het net verschenen ‘De bibliotheek van geheime dromen’ van Michiko Aoyama. Alleen de titel al. Dit stukje lijkt nu op een bibliotheek aan herinneringen misschien, maar let op, het gaat ergens anders heen!

Wat mijn hart altijd heel gelukkig maakt is de waardering voor het kleine in Japan. Het onbeduidende is daar juist van richtinggevende betekenis. Het stil kunnen staan en niet alleen kijken, maar ook zien. Het vinden van je plek. Een van de laatste keren in dat ik in Japan was, werd ik getroffen door de collectiviteit van het bestaan daar. Precies dat is wat ik hier kan missen. Japan is nog steeds een samenleving in de letterlijke zin van het woord. Ik kwam terug en voelde de kou van de ik-leving die we hier hebben soms en ik geloof dat er meer mensen last hebben van een verloren gevoel dat ze niet gezien en gewaardeerd worden. Alsof er geen plek is in de maatschappij voor hen, alsof velen tekort wordt gedaan. Ik ga niet schrijven dat het niet zo is. Maar ik wil wel even de andere kant op kijken.

Ik ben er namelijk van overtuigd, dat niet anderen een plek moeten maken voor jou in de samenleving. Dat moet je zelf doen, door te weten wie je bent. En als je dat weet, zie je ook je plek. En precies dat is een van de thema’s van dit boek.

Michiko Aoyama: de bibliotheek van geheime dromen, Meulenhoff 2023

Geluk is, je afvragen of je gelukkig bent of niet (vert. van mij). Hakone, 2014

Ontdek meer van Pamela Guldie

Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Scroll Up