Voors en tegens (edited repost van 9 september 2022)

Heel vaak ben ik tegen. Tegen vliegen op korte afstanden. Tegen veel tegels in de tuin, tegen klimaatverandering, tegen plastic broodzakken, tegen buiten slapen zonder uitzicht, tegen gemeen zijn en dan zeggen dat je het zo niet bedoelt (of erger nog, dat je het niet meer weet), tegen liegen, tegen lekker voor jezelf kiezen als excuus om de belangen van anderen niet mee te nemen. Gewoon tegen.

Daarmee bedoel ik niet dat ik het allemaal beter weet en doe. Dat denken mensen dan vaak. Dat ik bedoel dat ik alles goed doe. Nou dat bedoel ik niet. Ik heb er heel nare gesprekken en discussies over gehad in privésfeer. Dat ik ook van alles verkeerd doe, makkelijk praten heb aan de goede kant van de samenleving, toch ook auto rijd, nota bene een oldtimer heb die vervuilend is (daar durf ik de discussie nog wel over aan trouwens als je iets zo lang hergebruikt en verzorgt in plaats van de milieulasten van steeds een nieuw product) en vooral het verwijt dat ik anderen plezier misgun.

Dat doet pijn. Blijkbaar doe ik anderen ook pijn met mijn vragen en opmerkingen. Maar hoe bereik je dan de zo ontzettend noodzakelijke verandering? Als we allemaal doorgaan in het ingeslagen pad, dan weten we zeker dat we niet uitkomen. Toch? Dus moet er een nieuwe beweging komen. Niets doen is geen optie. Dus ik doe iets. Dat denk ik dan. Maar blijkbaar doe ik het niet goed genoeg.

Tegen is negatief. En met negatieve energie moet je erg oppassen zeggen alle goeroes. Ik herinner me vaag iets van wiskunde dat negatief en negatief positief wordt, maar hoe je dat in je samenleving bereikt, daar geven de goeroes dan weer geen antwoord op. Dus hoe kan het anders? Is dat niet een betere vraag? En hoe krijg je beweging zonder negatief te doen? Ineens zag ik het antwoord, zo simpel: door heel erg voor te zijn. Plus plus. Dus ik ben voor het klimaat, voor respect, voor (internationale) treinreizen, voor duurzame energie, voor zelfgenaaide broodzakken, voor opvang, voor begrip, voor (echt) luisteren, ik ben voor elkaar, voor verbinding. Vanaf nu ben ik voor.