Als ik een grasspriet was, zou ik dan ook vinden dat mijn omgeving onvoldoende diversiteit kent? Het is maar van welke kant je kijkt. Ik hou van diversiteit en ik geloof dat we er beter van worden als mensen, maar ik weet zeker dat diversiteit in de natuur een must is. En een enorme zorg.
Ons tuintje kent veel bewoners van dezelfde soort. Mensen natuurlijk voorop, dan kraaien, eksters en houtduiven met wat halsbandparkieten. De kwikstaarten en koolmezen zijn een stuk schattiger maar daar zijn er ook behoorlijk veel van. Heel veel. Roodborstjes zijn er wel, maar al wat minder. We hadden ook een enkele boomklever, maar sinds er minder grote bomen om ons heen zijn, als gevolg van begrijpelijk ruimtegebrek, is de laatste vertrokken. De grootste schat is toch wel de egel, die graag overwintert in onze oude berging. Maar dan moet je niet van opruimen houden. We kunnen het goed vinden samen. Hij lust trouwens graag kattenvoer, waar die van ons niet over mauwen.
Het is ingewikkeld, goed ruimtegebruik met zoveel bewoners en wisselende belangen. Ik heb er ook geen kant en klare oplossing voor, maar knutsel wat in de marge. Wie weet wat het brengt. Het begon met bomen planten. Bomen waar ik dan zelf van houd, maar ook bomen ‘die iets doen’. Dus ze hebben bloemen, besjes of andere dingen die vogels of bijen lekker vinden. Qua bomen is ons tuintje redelijk vol, zei de bomen meneer die de laatste in de grond zette. Ik vind niet dat hij gelijk heeft, dus er is nog een magnolia bijgekomen dit jaar en wellicht ook een heel klein perzikje. Maar het begint wel in de buurt te komen. Met name omdat ze allemaal nog flink klein zijn en ook zij mogen wel ruimte.
Water hoort er zeker bij. Geluid van water is een van mijn grootste vreugdes. Een mini vijver leek me leuk. Vorig jaar flink aan het zoeken geweest op marktplaats in de buurt wie er van zijn of haar vijvertje af wilde. Snel gelukt. Een vijvertje met een soort van waterval, een pompje en vissen erbij. Hoe vreugdevol om met een aanhanger met water en bewoners van de andere kant van de stad te rijden naar ons gat in de grond en daar de boel de installeren. Binnen een dag zat er een libelle in de tuin. Toeval? Ik noem het liever een geluksmoment.
Dit jaar zijn we toe aan de volgende ronde met plantjes. Een klein kruidentuintje is in de maak met alleen maar biologisch gedoe. Dan moet je dus wachten. Natuur kost tijd en zonder kunstmest duurt het langer voor het plantje te koop is. Zelf zaaien had ook gekund. Niet. Dus komt er een voor een een plantje bij al naar gelang de voorraad bij de kweker. Nu ben ik vooral erg benieuwd hoe ik de slakken om de tuin kan leiden. Als ik het weet, zal ik het zeggen. Bier, kokosdoppen, het hielp allemaal niet. Alleen met de hand eruit halen, dat helpt. Ik zoek nog een vogeltje dat dol is op slakken. Tips? Ik hoor het graag.
Ontdek meer van Pamela Guldie
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.